Uranus is, gezien vanaf de zon, de zevende planeet in ons zonnestelsel en is een gasreus. Het is een van de vier buitenste planeten, ook wel de reuzenplaneten genoemd, die zich bevindt voorbij de baan van Saturnus.

Uranus heeft een kenmerkende blauwgroene kleur, die wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van methaan in zijn atmosfeer. Het heeft een complexe rotatie, waarbij de planeet zijwaarts om zijn as draait, wat resulteert in een unieke oriëntatie van zijn polen ten opzichte van zijn baan.

De planeet is vernoemd naar de Griekse god Ouranos, de personificatie van de hemel. De planeet werd in 1781 ontdekt door de Duitse astronoom Sir William Herschel en is de eerste planeet die met behulp van een telescoop is ontdekt. Een opvallend kenmerk van Uranus is zijn ringenstelsel, dat bestaat uit donkere en smalle ringen. Deze ringen werden pas in 1977 ontdekt toen Uranus een doorgang voor een ster maakte en de ringen het licht van de ster blokkeerden. Uranus heeft ook een aantal manen, waarvan de grootste en bekendste Titan is.

In de astrologie en spiritualiteit symboliseert Uranus verandering, vernieuwing en individualiteit. Het vertegenwoordigt onverwachte gebeurtenissen, technologie, originaliteit en de drang naar vrijheid. Uranus moedigt aan om oude patronen te doorbreken en nieuwe ideeën te omarmen. Het heeft ook betrekking op bewustzijnsontwikkeling en kan chaos of onvoorspelbaarheid met zich meebrengen.