Woestijnrozen ontstaan in droge en zoute woestijngebieden. In deze gebieden bevinden zich ondergrondse zoutwaterbronnen of -reservoirs. Het zoute water bevat opgeloste mineralen zoals gips en bariet. Door capillaire werking en verdamping beweegt het water naar het oppervlak, waarbij de opgeloste mineralen worden afgezet. Na verdamping blijven de mineralen achter en kristalliseren ze, waardoor dunne kristallijne lagen ontstaan. Na verloop van tijd stapelen deze lagen zich op en oefenen druk uit op de onderliggende lagen, wat leidt tot de karakteristieke ronde en platte vorm van de woestijnroos. Externe factoren zoals wind en water kunnen de bovenste lagen afslijten, waardoor de prachtige kristallijne lagen zichtbaar worden en de woestijnroos zijn unieke uiterlijk krijgt. Dit proces van chemische interacties, neerslag, verdamping, druk en erosie resulteert in de vorming van deze intrigerende en esthetisch aantrekkelijke natuurlijke formaties.